Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die in deze stad blijft, zal sterven door het zwaard, of door den honger, of door de pestilentie; maar die er uitgaat en [12]valt tot de Chaldeen, die ulieden belegeren, die zal leven, en zijn [13]ziel zal hem tot een buit zijn. 12. Dat is, die zich gewilliglijk tot hem begeeft. 13. Dat is, leven of persoon, dat is, zijne behoudenis zal hij hebben als tot een buit, die men met gevaar van den vijand haalt, of die iemand onvoorziens in handen valt en waarover men zich verheugt; alzo onder hfdst.38 vs.2, en hfdst.45 vs.5.